-
1 buiklanding
-
2 lijk
♦voorbeelden:een oud lijk • 〈 verlopen vrouw〉 une vieille cocotte (retapée); 〈 een oude auto, fiets, e.d.〉 une (vieille) carcasseeen lijk begraven • enterrer un corpshij kwam voor lijk aan de finish • il arriva lessivé au finishbleek, wit als een lijk • pâle comme un mort¶ over mijn lijk! • jamais de la vie!over lijken gaan • passer sur le ventre de tout le monde -
3 omrollen
1 [omwerpen] renverser2 [omwentelen; oprollen] rouler♦voorbeelden:zich op zijn buik omrollen • se tourner sur le ventre1 [zich rollend omdraaien; rollend omvallen] rouler♦voorbeelden: -
4 over lijken gaan
over lijken gaan -
5 zich op zijn buik omrollen
zich op zijn buik omrollen -
6 oog
♦voorbeelden:het oog van de naald • le chas de l'aiguillemet andere ogen bekijken • voir (qc.) d'un autre oeileen blauw oog • un oeil au beurre noiriemand een blauw oog slaan • pocher un oeil à qn.(niet zichtbaar) met het blote, ongewapend oog • (imperceptible) à l'oeil nuhet boze oog • le mauvais oeilbruine ogen hebben • avoir les yeux marrondat is niet met droge ogen aan te zien • 〈 zonder tranen〉 on ne peut s'empêcher de pleurer; 〈 ongeroerd〉 c'est à faire pleurer les pierreseen glazen oog • un oeil de verregrote ogen opzetten • ouvrir de grands yeuxzijn ogen zijn groter dan zijn buik, maag • il a les yeux plus grands que le ventreiets met lede ogen aanzien • voir qc. d'un mauvais oeileen lui oog • un oeil paresseuxeen open oog voor iets hebben • être sensible à qc.geen oog dichtdoen • ne pas fermer l'oeilzijn ogen gebruiken • ouvrir l'oeilzijn ogen niet geloven, vertrouwen • ne pas en croire ses yeuxogen hebben van voren en van achteren • avoir des yeux derrière la têteoog hebben voor • avoir l'oeil pourzijn ogen in zijn zak hebben • avoir les yeux dans sa pochealleen oog hebben voor • n'avoir d'yeux que pourzij maakt haar ogen op • elle se fait les yeuxiemand de ogen openen • ouvrir les yeux à qn.de ogen openhouden • garder les yeux ouvertszich de ogen uit het hoofd schamen • mourir de hontehaar ogen schieten vuur • ses yeux lancent des éclairsde ogen ten hemel slaan • lever les yeux au ciel〈 figuurlijk〉 de ogen sluiten voor iets • fermer les yeux sur qc.zijn ogen uitkijken (aan iets) • ne pas détacher les yeux (de qc.)iemand de ogen uitkrabben • arracher les yeux à qn.iemand de ogen uitsteken • faire mourir qn. d'envieiemand de ogen uitsteken met zijn luxe • écraser qn. de son luxe〈 figuurlijk〉 iemand de ogen verblinden • éblouir qn.door iemands ogen zien • voir par les yeux de qn.door het oog van de naald kruipen • l'échapper belleoog in oog staan met • se trouver nez à nez avecheb je geen ogen in je hoofd? • tu n'as pas les yeux en face des trous?iemand recht in de ogen zien, kijken • regarder qn. en facemet de ogen spreken • avoir des yeux expressifsmet de ogen knipperen • cligner des yeuxiemand iets onder vier ogen zeggen • dire qc. à qn. entre quatre yeuxeen gesprek onder vier ogen • un tête-à-têteuit zijn ogen zien • 〈 opletten〉 ouvrir l'oeil (et le bon); 〈 op zijn hoede zijn〉 être sur le qui-vivevoor iemands ogen • sous les yeux (de qn.)groen en geel voor de ogen worden • être pris de vertigehet schemert mij voor de ogen • j'ai la vue troublezijn ogen aan iets te goed doen • repaître ses yeux de qc.zijn ogen uit zijn hoofd kijken • se repaître de, à la vue de (qc.)zijn ogen goed de kost geven • 〈 ironisch〉 ne pas avoir les yeux dans sa poche; 〈vooral m.b.t. mooie vrouwen〉 se rincer l'oeil〈 spreekwoord〉 oog om oog, tand om tand • oeil pour oeil, dent pour dent2 met een half oog iets zien • entrevoir qc.schele, scheve ogen maken, geven • faire des jalouxiemand met schele ogen aankijken • être jaloux de qn.het oog over iets laten gaan • promener son regard sur qc.〈 figuurlijk〉 het oog op iets laten vallen • avoir des desseins sur qc.zover het oog reikt • à perte de vue〈 figuurlijk〉 het oog slaan, laten vallen op iemand • jeter son dévolu sur qn.het oog treffen • frapper les yeuxaan het oog ontsnappen • se dérober à la vueiets aan het oog onttrekken • masquer qc. à la vuein het oog lopen • se faire remarquerin het oog lopend, vallend • manifestein het oog springen, vallen • sauter aux yeuxmet de ogen verslinden • dévorer (qn., qc.) des yeuxiets (de werkelijkheid) onder ogen zien • regarder qc. (les choses) en facede dood onder ogen zien • envisager la mortonder iemands ogen komen • se présenter devant qn.iets niet onder ogen willen zien • se mentir à soi-mêmeiets onder ogen hebben • avoir qc. sous les yeuxiemand iets onder het oog brengen • 〈 op iets wijzen〉 faire observer qc. à qn.; 〈 aan het verstand brengen〉 essayer de faire comprendre qc. à qn.op het oog • à première vuezo op het oog • à vue d'oeiliemand, iets op het oog hebben • avoir qn., qc. en vueuit het oog raken • disparaître (aux yeux)iets, iemand uit het oog verliezen • perdre qc., qn. de vue(ga) uit mijn ogen! • hors de ma vue!iets voor ogen stellen • 〈 doen zien〉 représenter qc.; 〈 een voorstelling hebben〉 se représenter qc.〈 figuurlijk〉 iets voor ogen houden • garder qc. à l'esprit〈 figuurlijk〉 iemand voor ogen staan • être présent à l'esprit de qn.〈 spreekwoord〉 uit het oog, uit het hart • loin des yeux, loin du coeurhij wierp, gooide zes ogen • il a jeté un six¶ in hun ogen betekent hij niet veel • à leurs yeux, il a peu de valeurmet het oog op • en vue demet het oog hierop • à cet effetiemand naar de ogen zien • ramper devant qn. -
7 lijf
♦voorbeelden:recht van lijf en leden zijn • être bien bâtihij stond in zijn blote lijf • il était tout nuin levende lijve • en chair et en oshet vege lijf redden • sauver sa peaublijf van mijn lijf! • ne me touche pas!bijna geen kleren aan zijn lijf hebben • être à peine vêtuiemand te lijf gaan • se jeter sur qn.zich iets van het lijf houden • se tenir à distance de qc.; 〈 een gevaar〉 écarter qc.zich iemand van het lijf houden • tenir qn. à distancedat heeft niets om het lijf • c'est sans conséquencedie rol is haar op het lijf geschreven • ce rôle lui va comme un gantdat viel hem rauw op het lijf • cela lui resta sur le coeuriemand tegen het lijf lopen • tomber sur qn. -
8 maag
♦voorbeelden:op de nuchtere maag • à jeuneen sterke maag hebben • avoir un estomac d'autrucheeen volle maag hebben • avoir le ventre pleineen vuile maag hebben • avoir l'estomac barbouilléeen rommelende maag hebben • avoir l'estomac qui gargouillede maag uitpompen • faire un lavage d'estomaciemand iets in de maag splitsen • 〈 ermee opschepen〉 refiler qc. à qn.; 〈 duur verkopen〉 estamper qn.hij zit ermee in z'n maag • 〈 kan het niet kwijtraken〉 ça lui reste sur l'estomac; 〈 zit ermee verlegen〉 il en est bien embarrassémijn avondeten ligt me zwaar op de maag • mon dîner m'est resté sur l'estomacmijn maag is van streek • j'ai l'estomac dérangé -
9 intrekken
1 [+ bij][gaan inwonen (bij)] aller vivre (chez, avec qn.)2 [binnentrekken] entrer dans3 [opgezogen worden door] être absorbé (par)♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [algemeen] retirer♦voorbeelden:een bevel intrekken • annuler un ordrezijn buik intrekken • rentrer le ventrede loopplank intrekken • retirer la plancheeen rijbewijs intrekken • retirer un permis de conduire -
10 kruipen
1 [algemeen] ramper2 [zich moeilijk voortbewegen] se traîner3 [onderdanig zijn] s'abaisser♦voorbeelden:3 voor iemand kruipen • se mettre à plat ventre devant qn.bij elkaar kruipen • se blottir l'un contre l'autre, les uns contre les autres→ link=bloed bloed
См. также в других словарях:
Atterrissage sur le ventre — d un Convair F 106 Delta Dart … Wikipédia en Français
Passer sur le corps, sur le ventre de quelqu'un — ● Passer sur le corps, sur le ventre de quelqu un le traiter sans ménagement, n avoir aucun scrupule à son égard pour se procurer un avantage. ● Passer sur le corps, sur le ventre de quelqu un ne pas hésiter à nuire à autrui pour s assurer un… … Encyclopédie Universelle
Marcher sur quelqu'un, sur le corps, sur le ventre de quelqu'un — ● Marcher sur quelqu un, sur le corps, sur le ventre de quelqu un ne pas hésiter à nuire à autrui pour s assurer un avantage … Encyclopédie Universelle
Marcher, passer sur le ventre de quelqu'un — ● Marcher, passer sur le ventre de quelqu un triompher de lui par tous les moyens et sans se soucier des conséquences … Encyclopédie Universelle
Se taper sur le ventre — ● Se taper sur le ventre avoir de bonnes relations avec quelqu un … Encyclopédie Universelle
Taper sur le ventre de quelqu'un — ● Taper sur le ventre de quelqu un le traiter trop familièrement … Encyclopédie Universelle
ventre — [ vɑ̃tr ] n. m. • 1080; lat. venter « estomac » I ♦ 1 ♦ (Chez l homme) Partie antérieure du tronc, au dessous de la taille, correspondant à la paroi abdominale et à une partie de la cavité de l abdomen. Le nombril est sur la ligne médiane du… … Encyclopédie Universelle
ventre — VENTRE. s. m. La capacité du corps de l animal, où sont enfermez les boyaux. On l appelle proprement, Le bas ventre. Avoir mal au ventre. avoir le ventre enflé, gonflé, tendu. avoir des vents dans le ventre. avoir le ventre libre, le ventre… … Dictionnaire de l'Académie française
ventre — vèntre m. ventre ; convexité ; saillie. expr. Aver lo ventre curat, aver lo ventre a l espanhòla, lo ventre darrier l esquina : avoir le ventre creux. Ventre prim : ventre plat. Faire un vèntre : manger copieusement > « De pàuri gènt que fan… … Diccionari Personau e Evolutiu
ventre — (van tr ) s. m. 1° La cavité du corps qui contient l estomac et les intestins. Avoir mal au ventre. Ventre enflé, gonflé, tendu. • Donc vous vous figurez qu une bête assommée Tienne votre fortune en son ventre enfermée ?, DU RYER Scévole, II … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
VENTRE — s. m. La capacité du corps de l homme et des animaux, où sont les intestins. Avoir mal au ventre. Avoir le ventre enflé, gonflé, tendu. Avoir le ventre libre, le ventre lâche, le ventre dur, le ventre paresseux. Cet aliment lâche le ventre. Avoir … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)